toponiemen

Waar komt de naam Dilbeek vandaan?

De eerste geschreven vermelding van de gemeentenaam betreft een Latijnse oorkonde bij de overdracht van het altare van Anderlecht aan het Kamerijks kapittel door bisschop Lietbertus in het jaar 1075. Alsdan lezen we:

 “Altare etiam de ANDRELEch cum appenditio suo de dilbecchA”.

Dilbeek wordt dus vermeld als afhankelijkheid (dochterkerk) van de Moederkerk Anderlecht. Deze ondergeschiktheid gold trouwens ook op wereldlijk vlak. Tot nog toe hebben alle auteurs het foutieve Delbeccha vermeld als oudste naam. Het document toont nochtans duidelijk een i in plaats van e. Dilbeccha is een gelatiniseerde versie van het oorspronkelijke  Dilbaki. Kerkelijke documenten werden steeds in het latijn opgesteld. Wij onderscheiden twee woorden nl. “Dil” en “Beccha”. Het eerste in het germaanse ôaljô –is een dialectische bijvorm van “Dal”; het tweede duidt op het germaanse “baki” wat beek betekent.  Samen  vormt dit “beek in het dal”.

Een lijst toont ons de evolutie van de naam doorheen de eeuwen met het jaar waarin wij de schrijfvorm aantreffen.

Jaartal Varianten
1075 dilbecchA
1143, 1181 Dielbeckensi
1144 Dyelbecensis
1170, 1171 Dilbec
1185, 1260, 1464, 1475-1525, 1653,1680 Dielbeke
1188 Dilbecca
1215, 1292 Dielbeka
1225, 1233, 1292, 1715, 1800 Dilbeke
1260 Dielbecke, Dyelbeke
1292 Dilebeke
1475, 1525 Dielbeec
1490, 1605 Dielbek
1496 Dyelbeke
Begin 17e eeuw Dielbeqùe
1633 Dielbecke
1653 Dielbeeck
1693, begin 18e eeuw Dilbeeck
1715 Dilbeca

Bron : www.delbeccha.be