dialecten

DILBEEKS DIALECT

In dit document dialecten (ingesproken door Piet Verhasselt) vind je een aantal uitdrukkingen en woorden met daarnaast de Dilbeekse vertaling. Je hoort ze ook op dit audiofragment:

Leuk om mee te werken in de klas!

 

Of laat ze naar deze dialoog luisteren. De dialoog is ingesproken in het Beugoems dialect door Piet Verhasselt en Luk Zelderloo.

OP BEEWEG (BEDEVAART) NAAR SINT-WIVINA

Tekst dialoog

x Hewel Piet! Is dat niet wat vroeg om nu al met een zonnebril rond te lopen? ’t Is nog geen zomer hé.

y Zwijg ervan, jong! ‘k Zit weeral met “nen brand op mijn ogen”. ‘k Ben daar toch zo week aan.  En pikken dat mijn ogen dan doen … en ik kan bijna geen licht verdragen.

x En hebt ge dan geen zalfke of zo om in uw ogen te doen?

y Ja, ‘k heb daar van de apotheker iets gekregen, maar eerlijk gezegd, veel winst heb ik daar toch niet mee. ’t Beste is nog, vind ik, uw ogen uitwassen met lauw water waarin da ge kamillebloemekes hebt laten trekken.  Da’s nog een oude remedie die ik eens van Philomeen van Jef Michiels gekregen heb en ik moet zeggen: dat helpt.

x Of nekeer op beeweg gaan naar Sint-Wivina, dat kan ook helpen.

y Sint-Wivina? ‘k Heb van ons moeder altijd horen zeggen dat ge voor d’ogen bij Sint-Alena in Dilbeek moest zijn!

x Dat kan wel zijn. Maar de heilige Wivina is ook goed voor d’ogen hé ! En voor veel andere dingen ook nog.

y Ik heb altijd gepeinsd dat ge bij Sint-Wivina moest zijn voor de keelpijn …

x Ook. Zie, ik heb hier nog een litanie van de heilige Wivina, ‘k heb die nog gevonden in een ouwe missaal. En nu moet ge eens goed luisteren, waarvoor dat mens allemaal aanroepen wordt : tegen fleures, tegen koortsen, oogpijn, keelpijn, kroep, gezwellen, zweren, alsook tegen alle veeziekten.

y Amai, dat kan tellen! Die moet niet veel zonder werk geweest zijn.

x Nee, nee.  Ik weet nog goed dat, toen ik nog een kind was, onze vader of ons moeder met mij de eerste zondag van de maand mei te voet naar ’t kapelleken van Sint-Wivina in Bijgaarden trokken, om daar de beeweg te doen. Den dreef voor ’t klooster van de Broeders zag dan zwart van ’t volk. Ja, en vanuit Bodegem was dat maar een stapke : ge gaat de Meir door, Wolsem door en ge waart er.  En als we dan weerkwamen, dan gingen we bij de Witten Boer altijd iets drinken : onze vader of ons moeder een kleintje geus en ik nen Orangeade!

y En hebt gij dan nooit last gehad van uw ogen?

x Ik? Van mijn ogen? Nooit!

y Hewel, dan zullen we, als ’t wat beter weer wordt, gelijk ne keer op beeweg gaan naar Sint-Wivina.

x Da’s een goed gedacht.  Alleen spijtig dat de Witten Boer er niet meer is.  Maar allé, da kleintje geus, dat kunnen we bij Wiske Stella ook nog gaan drinken!

Tips voor de leerkrachten:

  1. De leerlingen kunnen deze dialoog naspelen (eventueel een andere ziekte verzinnen). Ze mogen hierbij dialect praten.
  2. De leerlingen zoeken naar andere patroonheiligen en de ziekten/pijnen/kwalen waarvoor zij aanbeden worden. bv de heilige Alena wordt aanroepen tegen tandpijn en oogziekten.
  3. Misschien hebben de leerlingen nog grootouders die vroeger ook op bedevaart geweest zijn. De leerlingen kunnen hun verhalen opschrijven.

 

Bron : Mijn woordenboek